Vogels voeren? 4 Tips voor het bijvoeren van tuinvogels

Het állerbeste is het voor vogels als je je tuin zo inricht, dat ze er natuurlijk voedsel vinden, zoals insecten, zaden en bessen. Maar nu is het winter, dus er zijn geen insecten. Wat je wel kunt doen is de vogels een beetje bijvoeren tijdens de winter.

28 reacties

4 minuten leestijd

Ik ben Jeanet en ik werk bij Vogelbescherming. Voor Intratuin schrijf ik gastblogs waarin ik je graag laat zien wat je kunt doen voor de vogels in je tuin. Ook voor een kleine tuin of balkon zijn er namelijk onwijs veel mogelijkheden!

Vogelbeschermer Nico de Haan geeft je alvast een paar tips voor het voeren van vogels.

Tip 1: voer verschillende dingen op verschillende plekken

Mezen zijn acrobaten die gerust ondersteboven hangend met z’n tienen tegelijk iets eten. Hang voor pimpel-, kool- en staartmezen dus vetbollen in een houder of pinda’s in een silo.
Vinken, mussen, merel en zanglijster scharrelen juist graag over de grond. Strooi voor deze vogels een zadenmengsel op een sneeuwvrije plaats op de grond of op een voertafel.
Wil je roodborst, winterkoning en heggenmus bijvoeren? Strooi dan (gevriesdroogde) meelwormen of zaden op wel tien beschutte plekjes op de grond. Geef niet één keer veel, maar steeds een klein beetje. De reden: ze scharrelen een paar keer per dag de tuin door en volgen dan een soort ‘voedselroute’ van kansrijke plekjes.
Groenlingen zijn fan van zwarte zonnebloempitten. Hang ze in een voedersilo in de tuin en je kunt er (bijna) op rekenen dat ze zich melden.
En bijna alle vogels zijn gek op vogelpindakaas. Soms komt er zelfs een boomklever of grote bonte specht op af.

Wil je meer weten over verschillende soorten vogels? Vogelbescherming Nederland heeft een handige vogelgids met meer dan driehonderd in Nederland voorkomende vogelsoorten. Je vind er per soort informatie over hun leefwijze en hoe je ze kunt herkennen.

Fotocredits: Jasper de Ruiter

Tip 2: geef water

Zet ’s morgens een lage schaal met vers water neer voor de vogels, om te drinken én te badderen. Dat doen ze namelijk ook in de winter, want zo verzorgen ze hun veren. Doe er nooit zout in, want dat is ongezond voor vogels. Voeg ook nooit suiker toe, want als ze dan badderen, worden hun veren plakkerig. Vries het hard en blijft het water niet open? Geen probleem, dan pikken ze sneeuw of rijp om aan vocht te komen.

Vogelbescherming nestkastjes en vogelvoer

Bekijk alle vogelhuisjes

Tip 3: maak zelf vogelvoer

Zelf vogelvoer maken is ietsje meer werk, maar leuk om te doen en het ziet er prachtig uit! Bijvoorbeeld:

Een pindaslinger rijgen. Ook gezellig met klein-, buur-, of andere kinderen. Maak met een prikpen of spijkertje eerst een gaatje in de pinda; dat rijgt gemakkelijker.
Zelf vetbollen maken. Er zijn naast de klassieke bol veel variaties mogelijk: giet het gesmolten vet bijvoorbeeld in een ouderwets kopje dat je aan het oortje ophangt.
Maak zelf een spechtenblok van een dikke boomtak of een open haardblok. Benodigdheden: een boor, een haak, een touw en vogelpindakaas. Hier lees je hoe.

Fotocredits: Martin Hierck

Tip 4: strooi geen zout maar zand

Als het glad wordt, strooi dan geen zout, maar scherp zand. Vogels kunnen het zout namelijk onverhoopt binnenkrijgen (via insecten die er dood van gaan of via smeltwater) en daarvan nierproblemen krijgen. Ook voor de planten, bomen en bodemdiertjes in je tuin is zout slecht. Scherp zand is net zo effectief en voor niemand gevaarlijk.

Nationale Tuinvogeltelling

Heb je vogels in je tuin? Doe dan mee met de Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming! Het is leuk, het is makkelijk en je helpt er de vogels mee. Lees de blog: Intratuin en de Nationale Tuinvogeltelling.